Iedereen maakt op zijn of haar wijze ervaringen mee, die je verder brengt in het leven. Ervaringen die je maken tot wie je bent, die je wijsheid geven. Ervaringen die je weer dichter bij jezelf brengen.
Wat geeft me energie, wat is mijn passie. Welke dromen heb ik en wil ik waarmaken.
Aan de andere kant komen er ook mensen op je pad die inspireren of motiveren om kritisch naar jezelf te kijken. 
Ik kan enorm genieten van mensen zoals Laura Terpstra ( ik mocht gister haar sidekick spelen), Norma de Jong (die haar droom omzet in passie en dit op een inspirerende manier deelt met de wereld), Evert Hettema (die na spirituele omzwervingen mensen een beetje verder helpt op geestelijk en lichamelijk niveau) of Bojan Bajic ( gevlucht en opgevangen en die heel veel teruggeeft aan de wereld en aan zijn naasten op Vlieland, 1 van de mooiste en rustgevende plekken die ik me kan bedenken). En zo kan ik nog wel even doorgaan. Pure mensen die hun passie en dromen omgezet hebben in daden en volledig in hun kracht zijn gekomen. Fantastisch toch? 
Maar soms hebben mensen niet de mogelijkheid gekregen om te groeien en zich te ontwikkelen.

Zoals Joris. 

Joris was een voetbalvriend van mij bij Frisia. We woonden in dezelfde buurt en in die tijd was het voetbal, voetbal en nog eens voetbal! En voetballen kon hij. Topper in de dop. Een enorm vrolijke gozer. Altijd lachen. Totdat hij omkwam door een vreselijk ongeluk bij mij in de buurt. Als 11-jarige maakte dat veel indruk. Ik kan me nog veel momenten rond die tijd herinneren.
Waarom kom ik daar op? Toen ik gister de vrolijke sidekick aan het spelen was, werd ik benaderd door zijn zus.. Jarenlang heb ik me zo af en toe afgevraagd hoe het is vergaan met zijn familie. Hoe gingen zij hier mee om? 
Vaak vroeg ik me af: Wat zou er van hem zijn geworden? Wat waren zijn dromen geweest? 

Voor mij persoonlijk de bevestiging dat je doen moet, waar je je goed bij voelt. Je dromen dromen en soms beleven, zoals de eerder genoemde personen ook doen. 
Wij hebben kansen en Joris helaas niet meer.

Dank je, Louise. Dank je dat je me hebt aangesproken. Joris is nog steeds in mijn gedachten.